Protocol pesten en plagen

Doel:

Voorkomen van plaag en pestgedrag en adequaat hiermee omgaan.

Waarom?

Bij BSO KinderOpvang “Het Wolkje” B.V. bespreken wij met de kinderen hoe we met elkaar omgaan en leren we al jong rekening te houden met andere kinderen en ook zelf grenzen aan te geven. In de leeftijd van 0-4 spreek je nog niet echt van pesten. Duwen, trekken, slaan, dingen afpakken en niet kunnen delen zijn onderdeel van een normale ontwikkelingsfase en behorende bij de leeftijd van een kind. Vanaf gemiddeld een jaar of 4 kan het voorkomen dat er gepest wordt, op school, sport maar ook op de BSO. Dit proberen we zo veel mogelijk te voorkomen. Mocht het toch gebeuren dan is het belangrijk om de signalen te herkennen en met elkaar het pesten te stoppen. In dit protocol richten wij ons daarom vooral op het pesten op de BSO.

Wie is verantwoordelijk:

Pedagogisch medewerkers en directie.

Wat is pesten?

Plagen, vervelende grapjes maken of een begin van pesten, kun je in een veilige omgeving nooit helemaal uitsluiten. Wel kun je er als team samen met de kinderen voor zorgen dat het niet tot langdurig pesten of ‘herhaald geweld’ komt. Het pesten kan een serieus probleem worden en daarom moet er op Kinderopvang BSO “Het Wolkje” B.V. aandacht aan besteed worden.

Wanneer spreken we over pesten:

  • Pesten gebeurt systematisch. Wie gepest wordt, staat herhaaldelijk en over een lange periode bloot aan pesterijen. Dat in tegenstelling tot plagen. Plagen is onschuldig en blijft eerder eenmalig.
  • Bij pesten is de machtsverhouding ongelijk. De Pester is steeds sterker dan de gepeste.
  • De gepeste kan zich moeilijk verdedigen tegen degenen die pesten.
  • Schade: er ontstaat lichamelijke, materiële en/of geestelijke schade.
  • Herhaald: het gaat vaak om dezelfde Pester(s) die het op één slachtoffer gemunt
    hebben.
  • Opzet: de Pester weet meestal heel goed dat het om pesten gaat, maar gaat er bewust mee door.

Wanneer spreken we over plagen:

Plagen is vaak een incidenteel, onbezonnen en spontaan negatief gedrag, waarbij humor een rol kan spelen. Het herhaaldelijk en langdurig karakter ontbreekt hierbij. Het plagen speelt zich af tussen twee kinderen of groepen die min of meer gelijk zijn. Pesten wordt gekarakteriseerd door het feit dat er sprake is van herhaaldelijke negatieve acties naar één persoon die meestal ook niet gelijk is aan de Pester of de Pesters. Wat het slachtoffer ook doet, het is nooit goed.

Op de achtergrond is er vaak een zwijgende groep kinderen bij betrokken. Zij vormen het publiek van de Pester, waar hij zijn succes aan af meet.

Werkinstructie Pesten

Deze werkinstructie behoort bij het protocol pesten.

Deze werkinstructie pesten bestaat uit 3 onderdelen:

  1. Letten op signalen van pesten en hoe herken je een Pester
  2. Hoe kun je pesten voorkomen
  3. Welke stappen ondernemen we

Signalen van pesterijen

  • Het gepeste kind en eventuele vrienden ook gaan buiten sluiten
  • Herhaaldelijk zogenaamd leuke opmerkingen maken over iemand in de groep
  • Een kind in de groep voortdurend ergens de schuld van geven
  • Briefjes doorgeven met vervelende teksten
  • Opmerkingen maken over kleding of andere uiterlijke dingen
  • Buiten school/BSO-tijd het kind opwachten, slaan of schoppen
  • Op weg naar huis achter na rijden
  • Bezittingen afpakken en/of kapot maken
  • Schelden of schreeuwen tegen het slachtoffer
  • Vaak een bijnaam, nooit bij de eigen naam noemen.

Hoe herken je een Pester?

  • Problematische thuissituatie van de Pester. Er wordt thuis bijvoorbeeld weinig aandacht aan het kind geschonken.
  • Gevoel van anonimiteit. De Pester voelt zichzelf alleen in de groep en probeert zich door iemand naar beneden te drukken belangrijk te maken.
  • Kinderen moeten voortdurend met elkaar de competitie aangaan. Hierdoor ontstaat er Kinderen moeten voortdurend met elkaar de competitie aangaan.
    Hierdoor ontstaat er kinderen moeten voortdurend met elkaar de competitie aangaan. Hierdoor ontstaat er geen gevoel van eigenwaarde.
  • Strijd om macht in de groep.
  • De pester ziet voorbeelden van autoritaire leiderschapsstijl, bijvoorbeeld bij pedagogisch medewerker.

Hoe kun je pesten voorkomen?

Kinderen moeten leren hoe je met conflicten omgaat in de groep. Belangrijk hierbij is om het met de kinderen te hebben over:

Respect: Hoe ga je met elkaar om? Wat is respectloos en wat niet?
Normaal: Wat is normaal gedrag? Wat zijn de regels hiervoor en wanneer ga je over de regels heen?
Grenzen: Hoe geef je de grens aan. Wanneer is NEE ook echt nee?
Geweld: hoe los je conflicten op zonder geweld?

Het eenmalig afspreken van gedragsregels of een anti-pestprotocol is echter niet voldoende. Het gaat ook om het trainen van sociale vaardigheden en het leren conflicten zonder geweld op te lossen. Dat vraagt van alle kinderen dat ze leren tijdig ‘Nee’ en ‘Stop, hou op’ te zeggen en de geweldloze bemiddeling van anderen inroepen als het pesten niet stopt. Wij proberen kinderen weerbaar te maken door ze veel conflicten zelf te laten oplossen. We vragen eerst aan het kind hoe hij of zij deze situatie zelf zou oplossen en we geven de tijd om daarover na te denken en te bespreken. Aan de andere kant leren wij kinderen de grens van anderen te respecteren. Nee en stop, betekent ook nee en stop. Bij kinderopvang BSO KinderOpvang “Het Wolkje” B.V. hebben wij het regelmatig over buitensluiten en hoe je met kinderen omgaat. Wij spelen hierin op de beleving van de kinderen. ‘Denk eens in hoe jij je zou voelen als...’ werkt hierbij goed.

1. Op de BSO kunnen we concreet pesten voorkomen door:

  • Agressie in banen houden door veel te bewegen, zo nodig buiten spelen.
  • Duidelijkheid en structuur door de regels te benoemen die gelden op de BSO.
  • Binnen en buiten spelletjes in competitieverband, omgaan met regels en winnen
    en verlies.
  • Spelen en spelletjes zonder competitie, niet alles draait om winnen en verlies.
  • Meegeven van waarden en normen
  • Kinderen veel verantwoordelijkheid geven, zelf laten nadenken over oplossingen
    en situaties.
  • In gesprek gaan met kinderen over pesten, buitensluiten doen we niet.
  • Als pedagogisch medewerker zelf positief leiding te geven.

Stappenplan om pesten te voorkomen

  1. We streven ernaar dat ieder kind zich prettig voelt bij BSO KinderOpvang “Het Wolkje” B.V. Het is dus heel belangrijk dat pesterijen gemeld worden. Kinderen kunnen dat bij de groepsleiding van de BSO of de mentor van het betreffende kind. Wij nemen dit altijd serieus!
  2. Gesprek voeren met het kind dat gepest wordt. We proberen erachter te komen in welke mate en hoe het kind gepest wordt. We overleggen over mogelijke oplossingen en steunen het kind bij het kiezen van de oplossingen.
  3. Gesprek voeren met de Pester. Bespreekbaar maken wat pesten voor de ander betekent (hoe voelt een ander zich hierbij) en hoe je pestgedrag om kunt bouwen naar positieve relaties met anderen.
  4. Gesprek met de pester en het gepeste kind om afspraken te maken hoe we het pesten kunnen stoppen.
  5. Gesprek voeren met de hele groep. Praten over pesten en hun rol hierin. Kinderen die passief mee pesten doen dit omdat ze zelf ook vaak bang zijn om gepest te worden. Kinderen moeten weten dat pesten niet door de beugel kan en het anderen onnodig kwetst. Maak duidelijk dat het juist stoer is om het op te nemen voor iemand die gepest wordt en probeer elkaar te helpen.
  6. Gesprek voeren met de hele groep. Praten over pesten en hun rol hierin. Kinderen die passief mee pesten doen dit omdat ze zelf ook vaak bang zijn om gepest te worden. Kinderen moeten weten dat pesten niet door de beugel kan en het anderen onnodig kwetst. Maak duidelijk dat het juist stoer is om het op te nemen voor iemand die gepest wordt en probeer elkaar te helpen. Gesprek met de ouders van het kind dat gepest wordt en de Pester. Het is belangrijk dat ouders betrokken worden om het pesten aan te pakken. Het is zowel voor Pesters als slachtoffers van belang dat de ouders meehelpen om hun gedrag op de juiste manier te veranderen. Eventueel vragen we toestemming om met school te praten.
  7. Gesprek met de leerkracht op school en zo nodig samen tot een handelingsplan komen. Door er met elkaar over te praten hopen we tot afspraken te komen en het pesten te stoppen. We wijzen kinderen op de afspraken die gemaakt zijn als deze niet worden nageleefd. Pedagogisch medewerkers kijken vaker op de “stillere plekjes” of het nog goed gaat.
  8. Na twee weken evalueren de pedagogisch medewerker met de pester en het gepeste kind of deze afspraken werken. Als dit niet het geval is, dan moeten er nieuwe afspraken worden gemaakt. Ook overleggen de pedagogisch medewerker met ouders van zowel de pester als het gepeste kind hoe het op de BSO gaat.
  9. Naast alle gesprekken die met alle betrokkenen gevoerd worden, observeert de pedagogisch medewerker extra goed.
    Het is belangrijk om te weten dat pesten niet plaats hoeft te vinden op de BSO om over te gaan tot een stappenplan. Een kind kan ook op school of bij de sport gepest worden en kan dan juist bij de pedagogisch medewerkster van de BSO een vertrouwelijk gesprek voeren hierover. We vinden het belangrijk dat kinderen praten en zich openstellen daarom zullen wij dit onderwerp ook regelmatig laten terug keren in een kringgesprek op BSO KinderOpvang “Het Wolkje” B.V.
Kinderopvang Het Wolkje

Belangrijk

Volg ons op

Kinderopvang "Het Wolkje" B.V.

Openingstijden:
Maandag t/m vrijdag: 06.30u - 19.00u

J. Bakerstraat 3,
1311 GB ALMERE (muziekwijk)
Telefoonnummer: 036-3031343
E-mail: info@kinderopvanghetwolkje.nl

Kinderopvang "Het Wolkje" gesloten tijdens de feestdagen.