Kinderen hebben 3 maaltijden per dag nodig en maximaal 4 keer iets tussendoor. Daarnaast hebben ze variatie in voedingsmiddelen nodig. Een kind krijgt daardoor van alle belangrijke vitamines, mineralen en andere voedingsstoffen voldoende binnen.

De momenten samen aan tafel zijn belangrijk voor het eetgedrag van een kind. Gezelligheid en een positieve sfeer kan helpen om een kind gezond te laten eten. Belangrijk is om kinderen te leren dat eten leuk is. Volwassenen hebben daarin een voorbeeldfunctie.

Onze leidsters eten meestal met de kinderen mee en gebruiken dezelfde producten.

Eten en drinken doen we aan tafel. Er wordt niet gelopen met eten of drinken in de mond.

• Handen wassen voor het aan tafel gaan.
• Zolang er wordt gegeten, blijft iedereen aan tafel zitten.
• Kinderen worden niet gedwongen om te eten of drinken, hooguit gestimuleerd.
• Er wordt niet gepropt met eten.
• We fluisteren zachtjes gezellig tijdens het eten, maar met een lege mond.
• Kinderen die klaar zijn met eten mogen van tafel. Op deze manier hebben de kinderen die langzamer eten rustig de tijd om hun lunch af te maken, zij voelen zich hierdoor niet opgejaagd. Kinderen die klaar zijn, gaan spelen en mogen niet komen storen aan tafel.

Vanaf 6 maanden bieden wij de kinderen (in overleg met ouders) fruit aan. In eerste instantie een fruithap van vers fruit. Vervolgens geprakt fruit en tenslotte stukjes fruit.

Wij proberen te variëren met fruitsoorten, maar standaard is er appel, peer, banaan en komkommer aanwezig. En verder wordt het fruit afgewisseld met seizoen fruit. Fruit wordt als tussendoortje gegeten. Wassen van fruit is erg belangrijk om vuil en stof weg te spoelen.

Als tafelactiviteit worden er voor het fruit eten altijd liedjes gezongen. Het fruit wordt soms door de leidster uitgedeeld of de kinderen pakken zelf iets wat ze lekker vinden van de rondgaande schaal.

Bij de lunch eten kinderen bruin brood met margarine en beleg. Er wordt gestart met een boterham hartig; kaas, boterhamworst, kipfilet of smeerkaas. Daarna mogen de kinderen nog een boterham met hartig of zoet beleg zoals stroop, jam, pasta, gekleurde hagelslag, chocolade hagelslag en vlokken. Kinderen die dat willen en mogen kunnen ook nog een derde of vierde boterham eten.

Kinderen onder een jaar hebben niet noodzakelijk beleg op brood nodig. Een boterham met alleen margarine is ook voldoende.

Iets lekkers tussendoor hoort thuis in een kindermenu.

Als tussendoortjes geven wij volkorenbiscuitjes, crackers, lange vinger, soepstengel of peperkoek die op de vaste tafelmomenten worden aangeboden. Kinderen die iets later opgehaald worden krijgen rond 17:00 uur nog een soepstengel aangeboden.

Veel ouders zijn bang dat hun kind niet genoeg drinkt daarom stimuleren we wel om de beker leeg te drinken, maar het hoeft niet, want een kind stopt als het genoeg heeft. Wij bieden 3 keer per dag drinken aan en op warme dagen of wanneer een kind dorst heeft bieden wij vaker iets te drinken aan.

Er kunnen grote verschillen zijn in de drinkgewoontes van kinderen; de één vraagt nooit om drinken en de ander drinkt zoveel dat het ten koste gaat van de eetlust. Het is daarom goed alert te zijn op een goede verhouding tussen drinken en vast voedsel. Voldoende drinken is een wezenlijk onderdeel van een gezonde voeding.

Bij Kinderopvang "Het Wolkje" B.V. drinken kinderen tijdens vaste tafelmomenten ranja. Voor de jongere kinderen is er ook diksap. Bij de lunch drinken kinderen melk, water of thee. Dit gebeurd altijd in overleg met de ouders. Tussendoor wordt water aangeboden.

Traktaties horen bij verjaardagen van kinderen! Wij verplichten de ouders niet tot een bepaald soort traktatie, maar we kunnen ze eventueel wel helpen met ideeën en tips over een gezonde traktatie.

Het kan zijn dat kinderen bepaalde voedingsstoffen niet mogen eten i.v.m. allergieën, cultuur of godsdienst. Hierbij worden de richtlijnen en wensen van de ouders gevolgd. Deze zijn te vinden bij de kind gegevens.

Zuigelingenvoeding bestaat uit borstvoeding en/of flesvoeding. Ouders geven zelf hun flesjes waarop de naam van hun kind staat mee.

Borstvoeding wordt natuurlijk altijd meegegeven door de ouders in een koeltasje. Op kamertemperatuur (maximaal 25° C) kan borstvoeding maximaal 4 uur bewaard worden. In de koelkast maximaal 2 dagen (temp. maximaal 4° C). Indien de borstvoeding ingevroren wordt, kan deze 6 maanden in de diepvriezer bewaard worden, Het ontdooien van moedermelk geschiedt bij voorkeur langzaam in de koelkast, niet in de magnetron.

Eenmaal ontdooide voeding moet binnen 24 uur gebruikt worden en mag niet opnieuw ingevroren worden.

Opwarmen van borstvoeding kan in een maatbeker met heet water. Moedermelk wordt nooit aangelengd met andere flesvoeding.

Ook de flesvoeding wordt door de ouders zelf meegebracht. Ouders mogen de juiste afgemeten hoeveelheid poedermelk in een melkpoedertoren of in verdeelpotjes meebrengen.

Het klaarmaken en opwarmen van de flesvoeding

Uitgangspunten:

• Ieder kind heeft een eigen fles en speen.
• De plaats waar de flesvoeding wordt klaargemaakt moet strikt gescheiden zijn van de verschoonplek.
• Hygiëne is bij flesvoeding erg belangrijk. Een baby heeft meer kans op dunne ontlasting als de flessen en spenen niet goed schoon zijn.
• Restjes babyvoeding niet bewaren; melkproducten bederven snel.
• Voeg nooit meer voeding toe dan voorgeschreven.
• Maak voeding per fles klaar.

Stappen:

• Was voor het klaarmaken van een voeding goed de handen met water en zeep.
• Droog de handen met een papieren handdoekjes.
• Het leidingwater in Nederland is van een goede kwaliteit en staat onder voortdurende controle. Het kan dan ook goed gebruikt worden voor flesvoeding. Er moet wel altijd gewerkt worden met leidingwater dat rechtstreeks, koud uit de kraan komt.
• De juiste hoeveelheid water opwarmen in de magnetron en de juiste hoeveelheid poedermelk toevoegen en goed roeren.
• De temperatuur van de voeding altijd controleren. Druppel een beetje voeding op de binnenkant van de pols of handrug. De voeding dient net zo warm te zijn als de huid (37°)

Reinigen van flessen en spenen

• Een nieuwe fles en speen voor het eerste gebruik goed uitkoken (fles en speen 3 minuten) tenzij anders op de verpakking staat aangegeven.
• Was de fles en speen na elke voeding in heet sop schoon met een flessenborstel.
• Spenen het liefst iedere zes weken vervangen. Flessen vervangen afhankelijk van gebruik en de staat waarin ze verkeren.

Het geven van flesvoeding

• Neem de tijd om de baby rustig en ongestoord de fles te geven. Al pratend en knuffelend kan tijdens het geven van de fles een band opgebouwd worden met de baby.
• Dring de baby nooit voeding op, maar let op de reacties. Als de baby genoeg heeft, zal het niet meer zuigen, een beetje spugen, in slaap vallen of juist onrustig worden.
• Wees er alert op dat de speen is aangepast aan de leeftijd en de zuigkracht van de baby.
• Houd erbij de keuze van de speen(stand) rekening mee dat de baby ongeveer 15 minuten drinkt ( niet langer dan een half uur).
• Drinkt de baby sneller, dan is de honger gestild, maar zijn zuigbehoefte nog niet bevredigd.
• Een fopspeen kan dan geen kwaad.
• Let er tijdens het voeden op dat de fles zo gegeven wordt, dat de speen al vol is als die in het mondje komt. En ook steeds vol blijft tijdens het drinken, anders zuigt de baby te veel lucht naar binnen.
• Hapt de baby toch veel lucht naar binnen dan kan er halverwege even gestopt worden voor een boertje.

De potjes babyvoeding of groentehap mogen eventueel meegebracht worden door de ouders die hun kinderen tegen zessen komen ophalen.

De leidsters proberen zoveel mogelijk rekening te houden met het schema van thuis mits dit haalbaar is qua personeel. Een warme groente hap of potje babyvoeding wordt daardoor ook altijd voor 17:00 uur gegeven.

Let bij het kopen of het ontvangen van de boodschappen op de volgende dingen:

• Is de houdbaarheidsdatum niet(bijna) verstreken?
• Is de verpakking schoon en niet kapot?
• Is de temperatuur van het product goed?
• Ruim de boodschappen na het boodschappen doen direct op, sommige producten mogen niet te lang buiten de koelkast blijven.

• Controleer regelmatig de temperatuur van de koelkast. Temperatuur koelkast is maximaal 7°C; bij voorkeur 4°C.
• Op alle producten moet een houdbaarheidsdatum staan. Wanneer er een verpakking geopend wordt, dan moet de openingsdatum op het product gezet worden, bijvoorbeeld met een zwarte viltstift.
• Zet producten met de kortste houdbaarheidsdatum vooraan, zodat ze het eerste worden gebruikt.
• Zet de koelkast niet te vol. Houdt het overzichtelijk
• Zorg dat alle verpakkingen goed gesloten zijn. Eten in de koelkast goed afdekken met huishoudfolie. Laat geen eten in conservenblikjes staan.
• Koelkast elke week schoonmaken en de voorraadkast viermaal per jaar.
  
  

• Was voor het eten klaarmaken goed de handen met water en (vloeibare) zeep.
• Zorg voor schone materialen. Zorg dat de eettafel goed schoon is.
• Gebruik voor smeerbaar beleg een schoon mes.

• Haal de producten zo kort mogelijk van tevoren uit de koelkast.
• Melkproducten niet te lang op tafel laten staan, maximaal een half uur buiten de koeling.

• Zet eten en drinken dat koel bewaard moet worden na gebruik terug in de koelkast.
• Alle gebruikte materialen zoals borden, bekers en messen na het eten aan een zijde van het aanrecht neerzetten.
• Verwijder etensrestjes van de borden, eventueel voorspoelen met handwarm water.
• Afwassen in een heet sopje met een afwasborstel, afdrogen met een schone theedoek, schone vaat opruimen en afwasborstel na gebruik schoonmaken en laten drogen.
• Theedoeken en vaatdoekjes na gebruik in de was.